Hoe besparen op uw verlichting
?
Elke gloeilamp die je vervangt door een spaarlamp,
bespaart je meer dan 40 euro. Tel maar eens uit
hoeveel lampen je in huis kan vervangen door een
spaarlamp. Bij spaarlampen denkt men vaak ten
onrechte aan lampen met 'lelijke buisjes'. Niets
is minder waar, op esthetisch vlak zijn spaarlampen
er de laatste jaren sterk op vooruitgegaan.
Natuurlijk licht
De zon schijnt gratis. Waarom zou je deze natuurlijke
lichtinval niet ten volle benutten? Kies lichte
kleuren voor wanden, plafond, vloer en vensterbanken,
want die weerkaatsen het daglicht het best. Als
je veel donkere kleuren in je interieur verwerkt,
heb je meer kunstlicht nodig.
Verlichtingsplan
Stel een verlichtingsplan op: hoe kan je je woning
aangenaam verlichten en tegelijk energie beparen?
Dit plan bestaat uit algemene basisverlichting
die de hele ruimte verlicht, taakverlichting met
een sterke, geconcentreerde lichtstraal voor diverse
activiteiten en ten slotte sfeerverlichting.
De basisverlichting van een ruimte moet voldoende
sterk zijn om contrasten te verminderen. Beeld
je in dat je voor je computerscherm zit in een
onverlichte kamer. De te sterke contrasten vermoeien
de ogen en werken storend.
Met spotjes en andere lampen vul je de basisverlichting
aan met taakverlichting op de plaatsen waar je
goed wil zien: de eethoek, de leeshoek... Gericht
licht toont duidelijke contrasten en geeft sterk
afgelijnde schaduwen. Verder kan je er bepaalde
delen van de kamer of objecten, zoals schilderijen,
mee accentueren.
Met sfeerverlichting of indirect licht vermijd
je schaduwen. Via muren en plafond weerkaats je
een zacht licht. Je kan wandlampen gebruiken of
staande lampen die de lichtstraal naar boven richten.
Energielabel
Naast elektrische toestellen krijgen ook lampen
een energielabel dat aangeeft hoe zuinig ze zijn.
Lampen met label A verbruiken het minste energie,
lampen met label G het meeste.
Energielabel |
Soort lamp |
A |
TL
buizen |
|
Spaarlampen |
B
|
Spaarlampen |
C
- D |
Halogeenlampen |
E
- F - G |
Gloeilampen |
Soorten lampen
Gloeilampen
Gloeilampen produceren licht, wanneer elektriciteit
de gloeidraad in wolfraam (i.e. een zeer hard
metaal) verwarmt. Er is veel keuze in uitvoeringen:
heldere, halfmatte, matte, gekleurde... Sommige
gloeilampen hebben een spiegelreflector, die het
licht sterker in één richting verspreidt. Deze
zijn eerder geschikt voor plaatsen waar het licht
maar even moet branden, bijvoorbeeld het toilet
of (kleer)kasten.
Gloeilampen zijn heel goedkoop, ze verspillen
echter heel wat stroom. Slechts 10% van de elektriciteit
zetten ze om in licht, de overige 90% gaat verloren
in de vorm van warmte. Door die warmte verdampt
het wolfraam zachtjes; wolfraamdeeltjes zetten
zich dan af op de binnenkant van de lamp. Die
deeltjes geven de lamp een zwarte schijn, waardoor
ze nog minder licht levert. Bovendien gaat een
gloeilamp niet erg lang mee: 1000 à 1200 uur of
gemiddeld één jaar.
Halogeenlampen
Een halogeenlamp produceert twee keer zo veel
licht als een gloeilamp en verbruikt daarbij tot
dertig procent minder energie. Het verschil zit
hem in het gas in de lamp. Dat gas verhindert
dat wolfraamdeeltjes neerslaan op de binnenkant
van de lamp. De deeltjes komen daarentegen op
de gloeidraad terecht, wat de levensduur verlengt.
Halogeenlampen zijn weliswaar duurder dan gloeilampen,
maar ze gaan dan ook 2000 à 3000 uur mee. Halogeenlampen
geven veel ultraviolette stralen af; bijgevolg
hebben de huidige modellen een UV-werende coating.
De nieuwste generatie halogeenlampen geeft meer
licht dankzij een speciale coating voor infrarode
warmtestraling.
TL-lampen
De TL- of fluorescentielamp, ook wel buislamp
genoemd, geeft licht door elektrische ontlading.
Een fluorescerend poeder zet de onzichtbare, ultraviolette
straling om in zichtbaar licht. TL-lampen zijn
heel wat zuiniger dan gloeilampen en gaan ook
ontzettend lang mee. In het begin knipperen ze
wel, wat je kan voorkomen met elektronische voorschakelapparatuur.
Normaliter geven TL-lampen een eerder koel, industrieel
licht. Daarom kom je ze vooral tegen in kelders,
garages, werkruimten... Steeds vaker treft men
nu ook uitvoeringen aan met een aangename lichtkleur,
vergelijkbaar met een gloeilamp. De samenstelling
van het fluorescerend poeder bepaalt de kleur
van de lamp. Kies binnenshuis voor warm wit om
het natuurlijke buitenlicht het meest te benaderen.
Ook dimmen behoort sinds kort tot de mogelijkheden.
Spaarlampen
Als compacte versie van de TL- of buislamp zijn
spaarlampen ideaal voor plaatsen waar je lange
tijd veel licht nodig hebt: de woonkamer, de eetkamer
en de keuken. Een spaarlamp is een stuk duurder
dan een gloeilamp. Daartegenover staat een levensduur
die gemiddeld 10 keer langer is en een energieverbruik
dat tot vijf keer minder is.
Het oog wil ook wat? De nieuwste generatie spaarlampen
ziet er heel wat beter uit: kleiner en in peer-
of bolvorm, zodat men de lampen gemakkelijk in
kroonluchters kan plaatsen. Ook het comfort is
sterk verbeterd. De recentere types starten op
zonder knipperen en geven een veel warmer licht.
Nieuw zijn ook de dimbare spaarlampen met Dimmerable
Technology.
Wil je een gloeilamp vervangen door een spaarlamp?
Deel dan het vermogen van de gloeilamp - uitgedrukt
in Watt - plusminus door vier.
Gloeilamp |
Spaarlamp |
40
Watt |
7
tot 9 Watt |
60
of 75 Watt |
11
tot 16 Watt |
100
Watt |
18
tot 23 Watt |
Meer informatie omtrent spaarlampen >
LED verlichting
LED's of Light Emmitting Diodes zijn relatief
nieuw qua binnenhuisverlichting. De diodes of
elektrische componenten zenden licht uit als er
stroom doorheen gestuurd wordt. LED's kennen we
eigenlijk van verkeers- en stoplichten, afstandbesdieningen,
lichtkranten... Naast rode, groene en gele zijn
er sinds kort ook blauwe en witte LED's beschikbaar.
Het verbruik van LED's ligt heel laag en ze geven
100 000 uren licht.
Tips om te besparen op elektriciteit
- Laat lampen niet onnodig branden.
- Lees goed de verpakking wanneer je een spaarlamp
koopt. Let op de levensduur, het energielabel
en de wattage.
- TL- en (nieuwe generatie) spaarlampen geregeld
aan- en uitdoen kost geen extra energie, wel
kan het wat meer slijtage geven. Je zou kunnen
stellen: als je langer dan drie minuten een
ruimte verlaat, doe dan het licht uit. Let op:
spaarlampen van de oude generatie gaan wel minder
lang mee als men ze geregeld aan- en uitschakelt.
Gebruik deze in kamers waar je lang verblijft.
- Dimmers en transformators verbruiken elektriciteit,
ook als de lamp niet brandt. Dit sluipverbruik
omzeil je best door een aan- en uitschakelaar
tussen stopcontact en dimmer of transformator
te plaatsen.
- In de hal, de kelder, de tuin... kortom plaatsen
waar je niet zo lang bent, kan je een timer
of bewegingsmelder plaatsen.
- Vervang zo veel mogelijk gloeilampen door
spaarlampen.
- Vermijd het gebruik van halogeenlampen van
meer dan 100 Watt. Ze verbruiken erg veel energie.
Kies liever spaarlampen.
- Raak halogeenlampen nooit met de vingers aan.
Door het inbranden van vet in het glas gaan
de lampen minder lang mee.
- Spaarlampen horen bij het KGA-afval omdat
ze kwik bevatten.
|