Isoleren is energie besparen
!
Enkele handige tips
Hoe bespaar je 30 à 40 procent op je energierekening
terwijl het binnenshuis toch aangenaam warm blijft?
Energievriendelijk wonen begint bij isoleren.
Tegenwoordig bestaan er tal van premies zodat
je tegen een zacht prijsje kan investeren om daarna
de isolatie maximaal te laten renderen.
Voordelen
Hoe beter je je woning isoleert, hoe minder warmte
je verliest langs het dak, de vloer, de buitenmuren
en vensters. Zo wordt er niet alleen minder tocht
en vocht aangevoerd in huis, ook wanden en vloeren
zullen minder koud aanvoelen. Bijgevolg moet je
je huis minder verwarmen, wat je een aanzienlijk
goedkopere energiefactuur oplevert. Misschien
heb je zelfs een kleinere en dus goedkopere verwarmingsketel
nodig voor de zelfde te verwarmen oppervlakte.
Bovendien is het niet alleen prettig voor de
portefeuille, maar ook voor het milieu. Je hebt
nu eenmaal minder brandstof nodig en dat leidt
tot minder CO2-uitstoot.
Energievriendelijk bouwen
Ga je bouwen, houd dan vanaf het eerste bouwplan
rekening met een goede isolatie. Eens de woning
er staat, is het heel wat moeilijker om een efficiënt
resultaat te boeken.
Zorg voor een isolatieschil die nergens onderbroken
wordt. Als de muurisolatie bijvoorbeeld niet overgaat
in de vloerisolatie, ontstaat er een koudebrug.
Hierbij is er sprake van plaatselijk warmteverlies
dat vochtproblemen voortbrengt en dus schimmelvorming
bevordert.
Beperk bij het bouwen van een nieuw huis het
aantal buitenmuren en de oppervlakte daarvan.
Vooral inspringende of uitspringende muren zijn
verlieslatend op het vlak van energie. Bovendien
is een dergelijke constructie ook duurder.
Energievriendelijk verbouwen
Bij een nieuwbouwwoning kan je gemakkelijk een
isolatieschil leggen, bij al bestaande woningen
is dat echter niet zo vanzelfsprekend.
Toch kan je enkele werken uitvoeren met het oog
op een milieuvriendelijke woning. Zo levert het
isoleren van het dak al heel wat winst op. Daarnaast
zal een goede kwaliteit van beglazing veel warmte
binnenhouden.
Reglementeringen
De Vlaamse overheid stelt bepaalde minimumeisen
wat betreft de isolatie van woningen. De vroegere
Vlaamse isolatiereglementering bepaalde de minimale
isolatiedikte, maar je gaat best nog een stap
verder.
|
Minimale isolatie |
Aanbevolen isolatie |
Spouwmuur |
4-6
cm |
10
cm |
Vloer |
4
cm |
6
cm |
Dak |
8-10
cm |
15
cm |
Beglazing |
dubbel
glas |
hoogrendements
glas
superisolerend glas |
Vanaf 1 januari 2006 is de energieprestatieregelgeving
van kracht met eisen op het vlak van EnergiePrestatie
en Binnenklimaat (EPB):
- Thermische isolatie: maximum K45 en Umax
- Energieprestatie: maximum E100 per wooneenheid
- Binnenklimaat: minimale ventilatievoorzieningen
en het beperken van het risico op oververhitting
(dit laatste enkel bij woongebouwen)
Deze regelgeving is strenger dan de isolatiereglementering:
men wil zo het energieverbruik beperken én de
luchtkwaliteit binnenshuis waarborgen.
Bij bouwen of verbouwen betekent dit een meerkost
van ettelijke duizenden euro’s, maar die heb je
na 5 à 8 jaar terugverdiend. Tegen 2008 en 2009
krijgen trouwens alle koop- en huurwoningen een
energielabel. Dit label zal dus ook de handelswaarde
van je pand mee bepalen.
Soorten isolatie
Dakisolatie
Afhankelijk van het soort dak zijn er verschillende
mogelijkheden:
- Hellend dak
Gebruik je de zolder als leefruimte, dan breng
je best isolatie aan in het dakschild: zelfdragende
isolerende dakelementen of isolatiemateriaal
tussen of op de kepers van het dakgeraamte.
Ook een onderdak vormt een goede bescherming
tussen het isolatiemateriaal en de dakbedekking;
het houdt stof, tocht, sneeuw en insijpelend
water tegen. Bepaalde systemen combineren isolatie
en onderdak.
Als je de zolder niet als leefruimte gebruikt,
kan je ook de zoldervloer isoleren. Dat is gemakkelijker
en goedkoper dan dakisolatie.
- Plat dak
Bij dit type dak kan je de isolatie aanbrengen
aan de binnenkant van het dak of aan de buitenkant,
onder de afdichting.
Isolerend glas
Veel warmte gaat verloren via de ramen. Vervang
enkel glas dus door dubbel glas, of nog beter
door superisolerende of hoogrendementsbeglazing.
Deze beglazing isoleert vijf keer beter dan enkel
glas en twee- à driemaal zoveel als dubbel glas.
Hoogrendementsglas is opgebouwd uit een binnen-
en buitenblad in speciaal glas. Daarrond zit een
metalen kader gevuld met lucht of gas, afgewerkt
met een elastische waterdichte voeg. Voor een
optimaal resultaat moet men ook het schrijnwerk
rond de beglazing voldoende isoleren.
Grote oppervlakten in glas kunnen de temperatuur
sterk doen oplopen in de zomer. Denk daarbij aan
dakramen, dakkoepels, veranda’s... Hiervoor ontwierp
men zonnewerend hoogrendementsglas. Deze beglazing
heeft een speciale coating die de infraroodstraling
van de zon weerkaatst. Licht komt dus volop binnen,
terwijl het glas een deel van de warmte tegenhoudt.
Muurisolatie
Afhankelijk van de constructie van de muren zijn
er verschillende mogelijkheden om je muren te
isoleren:
- Spouwmuren
Een spouwmuur bestaat uit vier lagen: de gevelsteen,
de luchtspouw die de warmtedoorgang beperkt,
de binnenmuur of snelbouwsteen en de binnenbepleistering
die het geheel luchtdicht maakt. Spouwmuren
kan je zowel geheel als gedeeltelijk vullen
met isolatiemateriaal zoals polystyreen, glaswol
of rotswol.
- Massieve of volle muren
Bij oudere muren zonder spouwmuur kan je de
binnenkant en/of de buitenkant van de muur isoleren.
De isolatie moet minstens 5 à 7 cm dik zijn.
Houd er rekening mee dat je voor buitengevelisolatie
een vergunning moet aanvragen omdat de oppervlakte
van de woning vergroot. De isolatie wordt trouwens
het best aan de buitenkant geplaatst. Je kan
hem dan afwerken met gewapend pleister, platen
of leien. Als je de binnenkant isoleert, moet
je condensatie uitsluiten. Bovendien kan het
dan in de zomer ontzettend warm worden in huis,
omdat de muren de warmte niet kunnen opnemen.
Vloerisolatie
Ook langs de vloer gaat veel warmte verloren,
ongeveer een kwart van het totale verlies. De
dikte van de isolatie is afhankelijk van wat eronder
ligt, met name een verwarmde of onverwarmde ruimte.
Vooral bij vloeren op volle grond, die in contact
komen met het zand van de ondergrond, is er nood
aan voldoende isolatie. Je kan drukvaste en rotbestendige
platen onder de betonplaat op een geëgaliseerd
zandbed plaatsen tussen twee vochtschermen.
Kleine isolatiewerken
Het loont de moeite kleine aanpassingen in huis
te verrichten. Zo isoleer je best eerst de leidingen
in onverwarmde ruimten zoals de zolder, de berging
en de garage.
Ga vervolgens op zoek naar kieren en spleten.
Je kan tochtstrips bevestigen aan de randen van
deuren. Of gebruik een siliconenkit voor het dichten
van spleten rond ramen. Controleer zeker of de
brievenbus geen warmtevreter is, zelfs een sleutelgat
kan voor heel wat koude zorgen.
Ten slotte kan je radiatorfolie achter de radiatoren
plaatsen. Zo wordt de warmte die anders in de
muren zou verdwijnen, teruggekaatst.
Kostenplaatje
Het dak isoleren is natuurlijk een veel grotere
investering dan het aanbrengen van tochtstrips.
Bovendien kan je isolatie zelf proberen te installeren
of laten plaatsen door een geregistreerde aannemer.
Op de website www.premiezoeker.be
vind je een overzicht van tal van premies die
uitgereikt worden: fiscale voordelen, BTW-voordelen,
premies van provincies en gemeenten... Daarnaast
bieden ook intercommunales of netbeheerders premies
aan voor isolatiewerken. Er zijn natuurlijk wel
een aantal voorwaarden waaraan je moet voldoen,
onder meer de werken laten uitvoeren door een
geregistreerd aannemer.
Isoleren moet nauwkeurig en volgens de voorschriften
gebeuren. Een isolatielaag mag nergens onderbroken
worden en moet één geheel vormen. Anders bestaat
het risico op luchtlekken, temperatuurschommelingen,
condensatie en koudebruggen. Isoleren is dus bij
voorkeur het werk voor een vakman of een goed
geïnformeerde doe-het-zelver!
Materiaalkeuze
Er zijn tal van technisch goedgekeurde isolatiematerialen:
minerale glas- en rotswol, polystyreenschuim,
foam van polyetheen, kokosvezel, kurk, bouwvilt...
Houd bij de keuze rekening met de volgende aspecten:
- de warmtegeleidingscoëfficiënt of lambdawaarde:
deze geeft aan in welke mate materiaal warmte
geleidt. Hoe lager de lambdawaarde, hoe beter
de isolatie.
- de warmtedoorgangscoëfficiënt of k-waarde:
deze verwijst naar de hoeveelheid warmte die
per seconde door een vierkante meter dak, gevel,
vloer of raam verloren gaat. Hoe lager de k-waarde,
hoe minder warmteverlies.
- het vochtgedrag
- de mechanische sterkte en stijfheid
- de vormvastheid
- de chemische weerstand
- het brandgedrag
Ventilatie
Goed geïsoleerde woningen hebben nood aan een
gecontroleerde ventilatie, hetzij de aanvoer van
verse lucht en de afvoer van vervuilde binnenlucht
en woonvocht.
Vochtproblemen ontstaan niet door te veel isolatie!
Wanneer we wassen, koken..., creëren we vocht
in huis, meer bepaald zo’n 10 à 20 liter per dag!
Met een goede ventilatie voer je het vocht naar
buiten en vermijd je een te hoge luchtvochtigheid.
Deze is immers verantwoordelijk voor condensatie
en schimmels, met een vochtige en ongezonde woning
als resultaat.
Voor een goede ventilatie installeer je best
regelbare verluchtingsroosters in buitendeuren
en ramen, zeker in ruimtes zoals keuken, badkamer
en wasruimte. Er bestaan ook ventilatiestystemen
met energieterugwinning die de warmte terugwinnen
en gebruiken om de verse lucht mee te verwarmen.
|